WAT ZIJN DE VOEDINGSBEHOEFTEN VAN EEN ZWEMMER?
De zwemsport is de meest complete sport: het ontwikkelt de spieren en houdt de gewrichten soepel. Het heeft als bijkomend voordeel dat de kans op blessures bijna nul is.
ENERGIEBEHOEFTE
De hoeveelheid energie die je tijdens het zwemmen verbruikt kan erg variëren. Het hangt af van de afstand die je aflegt, de techniek die je gebruikt en efficiëntie ervan en van de inspanningsintensiteit, de watertemperatuur en je gewicht.
Bij een rustig tempo (ongeer 2 km/uur), ligt het energieverbruik rond de 400 kcal/uur.
Bij een wat intensievere training (ongeveer 3 km/uur) verbruikt een zwemmer tussen de 600en 700 kcal/uur wat voor iemand die 4 uur/dag traint, neerkomt op een dagelijkse energiebehoefte van zo'n 5000 kilocalorieën.
De aanbevolen verdeling over de verschillende voedingsstoffen is 60% koolhydraten, 15% eiwitten en 25% vetten.
- Het aandeel vetten kan verhoogd worden tijdens duurtrainingen of bij zwemmen in natuurwateren (watertemperatuur <24°C)
- Bij korte afstandszwemmers (50m en 100m) die meer spiervermogen nodig hebben, kan het eiwitpercentage verhoogd worden van 15 naar 20-25%.
VOCHTBEHOEFTE
Vochtverlies
Het idee dat je niet zweet tijdens het zwemmen mag niet verhullen dat een zwemmer op hoog niveau zo'n 120-140 ml vocht/km verliest.
In het water stijgt de lichaamstemperatuur zelfs bij grote inspanning maar licht, wat als omgekeerd effect heeft dat de zwemmer de noodzaak om zich te hydrateren vaak minder voelt dan andere sporters.
Dat terwijl uitdroging, zelfs in lichte mate, grote gevolgen heeft: minder goed herstel, verhoogd blessurerisico, minder spierrendement en dus slechtere prestaties.
Dorst is geen goede indicator want dat gevoel treedt pas laat op, als de dehydratie al in gang is gezet, je moet dus drinken voordat je dorst krijgt.
Wat moet je drinken?
Voor sessies van minder dan een uur volstaat water. Daarna is een sportdrank aan te raden waarmee de spierreserves en de glycemie (bloedsuikerspiegel) op peil blijven.